Soorten stof

img_0343In de workshops die ik al volgde of op de vele hippe stoffenwebshops die het internet rijk is, wordt er steeds gesproken over katoen of tricot. Maar in de stoffenwinkel geraak ik dan gemakkelijk verloren… want dan zie je ineens katoenen tricot liggen. Die benamingen zeggen blijkbaar eigenlijk meer iets over het basismateriaal (katoen) of de breitechniek (tricot), dan over de soort stof.

Zo dacht ik ook lang te kunnen werken in termen van tricot=rekbaar en katoen=niet-rekbaar; maar ondertussen kwam ik al elastisch katoen tegen! 😀

Tijd dus voor een overzicht van wat je in een stoffenwinkel allemaal kan tegenkomen. (In het lijstje staat een paar keer géén stofsoort, maar een benaming die aan bepaalde stoffen gegeven wordt; bv. interlock. Ik heb dit gedaan omdat deze termen op sommige websites onder stoffen worden vermeld, een extra verduidelijking dus voorzien van een * bij de naam)

edit: na mijn vraag in een Facebook-groep over voorstellen om de lijst aan te vullen, ben ik nu volop bezig om nog een veertigtal (!) stoffen toe te voegen. Anderen werden (even) verwijderd wegens onvolledige uitleg. Ik hoop mijn volledige lijst asap online te kunnen zetten. 😉

Ik vermeld graag nog even dat ik mezelf, beginnend naaister, als een leek beschouw in deze naaiwereld. Ik probeer door veel op te zoeken voor mezelf een overzicht te krijgen in deze uitgebreide materie. Het blijft een ontdekkingstocht en ik merk dus soms ook mettertijd dat er beschrijvingen voor verbetering vatbaar zijn. Ik hoop op deze manier vooral beginnende naaisters op weg te helpen wanneer ze een ongekende stofnaam tegenkomen. 🙂

Alcantara

Een kunststof als alternatief voor suède. Omdat de vezels uiterst dun van structuur zijn, heeft de stof een fluweelzacht aanvoelende bovenlaag. De stof is slijtvast en makkelijk te reinigen. Wordt gebruikt in de kledingindustrie, meubelmakerij en de auto-industrie (stoel- of stuurbekleding als vervanging voor suède of leer omdat het materiaal sterker is).

Baalkatoen

Een goedkope stof om een toile mee te maken of onvertrouwde technieken op uit te proberen. Soms gebleekt (wit), meestal ongebleekt (natuurlijk ecru, met zichtbare zwarte puntjes: pitjeskatoen). Dit zijn restjes van zaden van de katoenplant die nog tussen de vezels zitten. Gewassen krimpt de stof, maar wordt ze soepeler. Ook geschikt voor decoratie, tassenvoering of schilderwerk.

Baby-rib

Dit is de fijnere uitvoering van ribfluweel en wordt ook wel tinneroy of katoenfluweel genoemd. Het is zo soepel dat er zelfs blouses en kinderkleding van gemaakt kunnen worden. Het wordt ook gebruikt voor jasjes, rokken en broeken.

Badstof

Door de lussen neemt deze stof veel vocht op: uitermate geschikt als handdoek, washandje, badjas, strandkleding… Frotté of dubbel geluste badstof (geweven met garen waarin al lussen zitten) is extra warm en neemt nog meer vocht op. Geweven badstof heeft aan beide kanten lusjes, gebreide badstof alleen aan één kant (is soepeler).

Batik

Een stof met een gestreepte of gevlekte verschijning, bekomen door deze te batikken (bewerken van stofdelen met was zodat deze geen verf absorberen). Geavanceerde batik ondergaat meerdere verfbaden waartussen de was (deels) wordt verwijderd of opnieuw wordt aangebracht. Kleine barstjes in de was geven een soort craquelé-effect. Te gebruiken voor kleding, interieur, boekbanden of wandkleden.

Batist

Een dunne, zachte stof uit 100% katoen (soms ook linnengaren en af en toe polyester), steeds met een heel fijn, glad garen. Het is zeer los geweven (doorschijnendheid varieert) en daarom licht en luchtig… ideaal als zomerstof voor bloesjes, mutsjes, doopkleedjes, voering… Voor zakdoeken wordt vaker linnengaren gebruikt, dat is steviger en stijver.

Boordstof

Of ook ribbeltricot genoemd. Een breisel waarbij afwisselend naast elkaar één of meer rijen rechte steken en averechte steken zijn gebreid. Zeer elastisch in de breedte en wordt daarom veel gebruikt voor boorden, randen en manchetten bij truien en sweaters.

Borg/teddy

Gebreide poolstof met zachte bobbelige bovenkant van geruwde lontgarens. Een synthetische imitatie van schapenvacht. Te vinden in vele kleuren en texturen. Geschikt voor o.a. dekens, babyaccessoires, jasvoering…

Bouclé

Het oppervlak van deze stof kenmerkt zich door nopjes, lussen of krulletjes. Het is vaak gemaakt van verschillende kleuren garens. De stof is altijd zwaar en wordt het beste gebruikt voor eenvoudige modellen van truien, jasjes, jurken en mantels.

Broderie

Een geborduurde stof, bewerkt met opengesneden gaatjes. Het motief (al dan niet in reliëf) kan pareltjes, pailletten… bevatten. Te gebruiken bij babykleertjes, zomerrokken en bloesjes.

Brokaat

Een kostbare jacquardgeweven stof. Vroeger was deze stof vrij stijf, ingeweven met goud- en zilverdraden. Tegenwoordig vaak geweven met lurex (metaalgaren in zeer veel kleurvarianten) en in zijde. Wordt gebruikt in avondkleding, kimono’s en als decoratiestof of schoenbekleding.

Canvas

Een stevig weefsel, wordt meestal gemaakt van vlas, hennep, jute of katoen. Een zware stof die wordt gebruikt voor broeken en mantels, tassen, meubelhoezen of gordijnen. En als ondergrond voor olieverfschilderijen.

Chanel style*

Een verzamelnaam voor grof geweven luxestoffen met een volle, vaak kleurrijke uitstraling waarvan meestal mantelpakken worden gemaakt. De naam komt van Coco Chanel die dit type stof gebruikte voor haar gekende jasjes. Voorbeelden van dit soort stof zijn bouclé, tweed, pied-de-poule…

Changeant

Een populaire Taft tof geweven in platbinding met verschillende, vaak contrasterend gekleurde ketting- en inslaggarens. De heldere multifilament garens reflecteren het licht steeds op een andere manier, afhankelijk van de lichtinval; bij beweging verandert de kleur van de stof. Ideaal voor galakledij, kussens…

Chenille

Chenille stoffen zijn platweefsels die op jacquard weefgetouwen worden vervaardigd in vele dessins, kwaliteiten en samenstellingen. Daar worden chenillegarens aan toegevoegd om de stoffen een rijkere uitstraling te geven. Deze garens staan in alle willekeurige richtingen, waardoor ze in het gebruik plat gaan liggen en zitindrukkingen duidelijk te zien zijn. Wordt gebruikt als meubelstof.

Denim

Een sterk katoenen weefsel in keperbinding, ook spijkerstof genoemd. Een weefsel bestaat uit een schering en een inslag. Bij denim is de schering (opgespannen draden) indigo geverfd terwijl de inslag (draad tussen schering doorgehaald) wit is. De binnenzijde van de stof zit er dus altijd witter uit. De stof wordt gebruikt voor kledij, accessoires, meubilair…

Devoré fluweel

Fluweel waarop de devoré- of burnouttechniek werd toegepast. Via een chemisch proces (een gel die in een bepaald patroon wordt aangebracht; met de hand of een printer) worden de natuurlijke vezels opgelost. De synthetische vezels worden niet ‘aangetast’ en zo krijg je een semi-transparant patroon op een stevig geweven stof. Mooi voor meubels of avondjurken.

Dobby*

Een verzamelnaam voor geweven stoffen met een oppervlaktetextuur. Er zijn vele mogelijkheden omdat verschillende manieren van weven kunnen gebuikt worden (bv. satijnbinding met stukken platte binding en ribbelbinding). Ze zijn vaak duur door het ingewikkelde fabricageproces. Gelijkaardig aan jacquard, maar bij Dobby zijn het vaker geometrische patronen en zijn de figuren minder complex.

Doorgestikte stof

Twee lagen stof met daartussen een gewatteerde vulling. Over de volledige stof loopt een patroon dat is doorgestikt (gestept); dit om de lagen aan elkaar te bevestigen en de stof te versterken, maar ook ter versiering! Een leuke stof voor jassen, bodywarmers of een bedsprei. Dunne gestepte stof kan ook dienen als voering voor een warme winterjas.

Double gauze

Twee lagen gaasstof die boven elkaar liggen en die af en toe met kleine steekjes aan elkaar vastgemaakt zijn. De dubbele laag maakt de stof ondoor-zichtig, wat je niet altijd hebt bij enkel gaas. Een hele lichte en luchtige stof, ideaal voor zomerse jurken, bloesjes en rokken.

Doubleface*

De benaming voor stoffen die aan voor- en achterkant verschillend zijn van uiterlijk (qua kleur en/of patroon), maar waarvan beide zijden als goede kant te gebruiken zijn. De stof werd in 1 stuk geweven, het zijn dus géén twee lagen aan elkaar vastgenaaid! Het geeft leuke effecten in je kledingstuk.

Faille/Bengaline

Licht glanzend, zijde-achtig, stevig: gelijkaardig aan Taft, maar met meer uitgesproken dwarsribbels (dikkere, getwijnde of gecombineerde inslaggarens). Oorspronkelijk van zijde, katoen of wol, nu vooral van polyester of rayon. Bengaline is zwaarder dan Faille, heeft dikkere dwarsribbels. Te gebruiken voor (skinny)broeken, (trouw)jurken, rokken, lanyards, vrouwenhoeden, kostuums, ‘overdreven’ silhouettes, thuisdecoratie… Ook vaak gebruikt om een moiré-stof te maken.

Flanel

Een stof van los gesponnen katoen garen, één- of tweezijdig geruwd. Hierdoor voelt de stof zeer zacht en warm aan. Heeft als eigenschap dat het zich zeer snel aan de lichaamstemperatuur aanpast en de warmte goed vasthoudt. In de winter dus ideaal voor beddengoed, pyjama’s en overhemden.

Fleece

Een stof met een vachtachtige (EN: fleece) uiterlijk. Oorspronkelijk gemaakt met synthetisch materiaal, meestal polyester. Tegenwoordig heb je ook katoenen en bamboe fleece. De stof is sterk isolerend en dus populair als materiaal voor vesten en truien: warm om te dragen (niet winddicht!). Bamboefleece is zeer vochtabsorberend en wordt gebruikt als inlegger voor wasbare luiers.

Fluweel

Een geweven stof met een pool (lusje) gemaakt met een extra garen (vroeger zijden, nu vaak katoenen of synthetische) dat afgesneden wordt. Aan de bovenkant ontstaat een zachte, glanzende stof (met een vleug) van opstaande pluizige polen. Velvet is de Engelse benaming. Wordt gebruikt voor broeken, rokken, kamerjassen, gordijnen…

French terry

Een tricotstof (qua dikte gelijk aan sweaterstof) die goed vocht absorbeert vanwege de kleine lusjes aan de binnenkant. Deze gelijken op de lusjes van badstof, maar zijn platter. De stof geeft veel mogelijkheden: voor sweaters, cardigans, hoodies, jurkjes, kussens, zweetbandjes, slabbetjes, pyjama’s, rokken, dekens, herbruikbare luiers…

Gaas

Een losjes geweven weefsel, delicaat en licht. Vaak gemaakt van katoen of wol, maar even goed van zijde of linnen.  Een populaire stof voor kleding, tenten, sjaals of tunieken om over een topje te dragen.

Gabardine

Een dicht geweven keperstof, traditioneel gemaakt uit wol, met een glans. Net als iedere keperbinding herft de stof karakteristieke diagonale lijnen. Gabardine wordt waterdicht geïmpregneerd, is slijtvast en kreukbestendig. Men gebruikt het omwille van deze eigenschappen voor herenpakken, broeken en uniformen, maar vooral voor regenjassen.

Gingham

Een ruitjesstof, ingeweven met groepjes witte en gekleurde schering- en inslagdraden. Hierdoor toont de stof gekleurde, witte èn lichtgekleurde blokken. De kleur ervan wordt bepaald door land, regio of cultuur. Bij ons vaak gebruikt als gordijntjes aan het raam of de gootsteen, op servetten, tafel- of picknickkleed. Tegenwoordig wordt er vaak met meer kleuren gewerkt, leuk voor behangpapier, zakken, jurken èn hemden.

Interlock*

Interlock (of dubbeltricot) is een benaming voor tricotstoffen met een dubbelbreisel (bv. punta di roma). Onbedrukt zijn beide kanten hierdoor hetzelfde en zit er dus eigenlijk geen goede of verkeerde kant aan. Door bedrukking van leuke printjes uiteraard wel, maar de binnenkant voelt dus even zacht aan. Wordt gebruikt voor shirts, babykleding, “warm” ondergoed…

Jacquard*

Een verzamelbegrip voor stoffen met ingeweven patronen (niet geborduurd). Als luxeweefsel met goud- en zilverdraden bekend onder de naam brokaat. Met patronen in dezelfde kleur gekend als damast. Door het tegengestelde patroon aan de achterkant ontstaat een positief/negatief effect. De zwaardere soorten zijn ideaal voor meubelstoffering, schoenen en tassen. De lichtere voor kledij.

Joggingstof

Meestal een katoenen breisel of katoenmenging met de rechte tricotkant aan de voorkant, de achterkant is opgeruwd (zoals bij flanel; zacht en warm) en heeft een meegebreide inlegdraad. De stof wordt gebruikt voor sportkleding en sweatshirts.

Kaasdoek

Wordt ook neteldoek of passeerdoek genoemd. Het is een losgeweven stof in platbinding, gemaakt van katoen of netels. In de keuken gebruikt men deze als zeef, of bij het maken van kaas (door de grove structuur kan vocht gemakkelijk uitlekken). Kan ook dienen als decor- gordijn- en handwerkstof.  

Kant

De verschillende soorten kantwerk worden ingedeeld volgens techniek en kenmerken. De manier waarop het gemaakt wordt bepaalt het type kant: geborduurd, gemaakt met klossen of met naald en draad. Hoe fijner (en dunner) de kant, hoe soepeler deze valt. Vroeger werd kant veel in zowel dames- als herenkleding gebruikt; voor kragen en manchetten, zomen van jurken…

Keper/twill*

Een benaming voor stoffen die in keperbinding geweven zijn (bv. gabardine, denim, molton). Keperweefsels (twill) zijn herkenbaar aan de diagonale lijnen. Voor de meeste weefsels is een tweeschachts-weefgetouw genoeg. Voor keper zijn minimaal 3 schachten nodig (kan oplopen tot 24). De stof is sterk en duurzaam. Niet zo soepel, de kledij zal meer ‘staan’ dan ‘vallen’.

Lakenkatoen

Vroegere naam: graslinnen. Een op linnen lijkende stevige katoenen stof (soms gemengd met polyester) in platbinding. Het geruwde oppervlak gaf vaak een licht krakend effect, maar de stof is tegenwoordig heel zacht en valt soepel. Wordt vaak op bredere rollen verkocht, ideaal om lakens van te maken. Dient ook voor kleding, voeringstof, quilten en decoratie.

Lakstof

Een gebreide of geweven waterdichte stof met een coating laag van lak. Wordt veel voor verkleed- theater- en toneelkleding gebruikt. Ook voor regenjassen.

Lamé

Een rekbare, soepele en glanzende stof waarin zilverdraad, gouddraad of ander metaalkleurig garen is verweven. Geschikt voor decoratie, theater- of carnavalskleding.

Lammy

Een stof met aan de ene zijde leer (vroeger schapenleer, vandaar de naam), suède of stof en aan de andere kant lang- of kortharig (imitatie)bont, schapenvacht of borg. Wordt veel gebruikt voor (lange) jassen, bodywarmers, vesten… De buitenkant houdt de wind en regen tegen, de binnenkant van is lekker warm en zacht.

Linnen

Linnen wordt gemaakt van vlasvezels. Deze zijn onregelmatig van vorm en dat geeft de typische uitstraling aan deze stof. Linnen wordt niet alleen gebruikt om kleding te maken, maar ook voor grotere oppervlakken zoals tafelkleden en gordijnen.

Loden

Een kortharige stof uit wol (traditionele blauwgroene kleur). Met sterke garens geweven wordt het doek bewerkt (vollen/walken) waarbij deze krimpt en steeds compacter wordt. De viltachtige textuur wordt nadien geborsteld. Een duurzame waterdichte stof met goede warmte-isolatie, soepelheid en winddichtheid. Wordt gebruikt voor traditionele klederdracht, blazers of mantels.

Marquisette

Een zeer open breisel of weefsel met een gaas structuur. Het wordt veelal gebruikt voor glasgordijnen.

Melton

Een wollen stof met aan beide kanten een haardek. Het is een dicht weefsel en voelt aan als vilt. De stof houdt koude lucht en vocht tegen en wordt gebruikt voor rokken, kostuums en (winter)mantels.

Mesh

Wordt ook gaasjersey genoemd en is een heel elastische, lichte, fijne, gaasachtige stof. De gladde stof heeft stretch in beide richtingen. Is geschikt voor tuniekjes, aansluitende jurken, T-shirts of rokjes; maar ook voor de binnenkant van sporttassen en wandel- of zwemkledij. Atletiek stuff sacks, bags, jacket liners, bug netting, screen doors, stiffener, sun shades A loosely […]

Molton

Een geruwd, in effen of keperbinding geweven, dik wollen, halfwollen of katoenen weefsel; de stof kan aan een of aan beide zijden worden geruwd (moltonneren) en wordt hierdoor zacht (gelijkaardig aan flanel). Vaak gebruikt als deken, hoeslaken of matrasbeschermer (het kan namelijk veel (lichaams)vocht opnemen).

Organdie

Net als organza is organdie een dunne stevige stof. Het bestaat meestal uit katoen of nylon (organza dan weer uit zijde of polyester). De stof is door het katoen een ideale zomerstof voor blouses en jurken.

Organza

Een dunne, soepele stof. Het is doorschijnend, glanst licht en kreukt gemakkelijk. Traditioneel gezien is het gemaakt van een gekweekte zijde, maar tegenwoordig wordt het ook gemaakt van nylon, polyester en viscose. Soms wordt het ook vermengd met metaalgaren. Mooi materiaal om sari’s of bruidskledij mee te maken. Of als tussenvoering of -beleg.

Oxford

Een stevige, middelzware, luchtige stof geweven in panama-binding met een kenmerkende honinggraatstructuur. Oorspronkelijk 100% katoen, nu ook met polyester of rayon. Afhankelijk van het type Oxford (gewone, Pinpoint of Royal), wordt de stof voor formele of niet-formele kledij (hemd, broek, jurk) gebruikt. Nu ook te vinden in huisdecoratie, rugzakken, tenten…

Paillettenstof

Ook glitterstof of lovertjesstof genoemd. Een rekbare stof waarop kleine schijfjes van metaal of plastic als versiering worden aangebracht. Het heeft een mooie glans waarmee je eenvoudig een vleugje glamour aan kleding of accessoires kan toevoegen. Geschikt voor decoratie, hobby en versiering van kleding (zoals een jurk, jasje, rokje of blazer).

Peau de pêche

Een stevige, kreukvrije stof, geweven in keper- of satijnbinding en gemaakt van polyester, waarvan een kant opgeschuurd werd. Deze techniek van opschuren wordt ook toegepast bij katoenen stoffen (-> flanel) of bij wolgaren (-> wool flannel). Echter, enkel bij polyester zal dit aanvoelen als perzikenhuid. Vandaar dus de naam… Wordt gebruikt voor tassen, jurken of ter decoratie.

Poplin

Een sterke, soepele, vormvaste stof gemaakt van katoen, zijde, wol, viscose, polyester of vezelcombinaties. Geweven in een speciale platbinding waarbij scheringgarens dicht op elkaar zitten en inslaggarens vaak van een andere dikkere vezel: kenmerkende horizontale ribbels (inslagribs), niet altijd even zichtbaar. Te verwerken tot een blouse, tuniek, jurk, topje, broek, lichte mantel, rok en hemd.

PUL

Een waterdichte èn lucht-doorlatende rekbare tricot-polyester (minder waterdichte katoen kan ook) met een PolyUrethane Lamineerlaag. Weerstaat wrijving, is brandvertragend, anti-microbieel, flexibel en naait gemakkelijk. Bij de variant eco-PUL is het laminatieproces (warmte, druk en lijm) vrij van schadelijke stoffen. Te gebruiken voor matrashoes, maand-verband, regenjas, slabber, overbroekje voor herbruikbare luiers, verversmat, kussen-beschermer, picnicdoek, zwemzakje…

Punta di roma

Een stevige en elastische stof waarbij de voor- en achterkant er precies hetzelfde uitzien. Dit komt door de breitechniek met dubbele laag (interlock) wat de stof dikker maakt. Ideaal voor een trui of warme broek. De ribbels zijn fijner dan bij Punta di Milano. Punta Lighte en de D-Luxe jersey zijn afgeleiden van deze stof.

Ribfluweel

Ribfluweel kan ribbels hebben in zeer verschillende breedtes. De dikte van de ribbels bepaalt de benaming: babyroy, tinneroy, corduroy en manchester. De stof voelt zacht aan en is comfortabel warm. Wordt veel gebruikt voor broeken en vesten.

Ripstop

Een lichtgewicht polyester, nylon of katoenen stof die zéér scheurbestendig is. Dit omwille van een (dikkere) weefdraad van sterkere kwaliteit die in de stof wordt ingeweven. Bij sommige stoffen is het reliëf hiervan nauwelijks zichtbaar. De stof is winddicht en vaak ook waterafstotend. Wordt gebruikt voor parachutes, tentzeilen, vlaggen, heteluchtballonnen, slaapzakken, beschermingsdoek voor paarden, regenjassen, sportkleding, rugzakken…

Satin duchesse

Een dichtgeweven gladde, zacht glanzende stof in satijnbinding geweven; redelijk zwaar. Vaak gemaakt van zijde, maar polyester en acetaat worden ook gebruikt. Wordt gebruikt voor bruidskleding, formele jurken met een wijd silhouette dat niet veel steun nodig heeft, ruime rokken of jasjes en ook als voering.

Satinet

Een katoenen stof, gemaakt van gesponnen garen (geen filamenten), geweven in satijnbinding wat een permanente glans en glad oppervlak met een zacht gevoel geeft. Tegenwoordig wordt ook rayon gebruikt. Wordt gebruikt als voering, voor stijlvolle kostuums en broeken voor een iets formelere uitstraling. Goed voor getailleerde ontwerpen. Kreukt helaas snel en kruipt gemakkelijk naar omhoog.

Seersucker

Een dunne, lichte stof (gestreept of geruit) met bobbelige structuur. Bij polyestervezels ontstaat dit door hitte of chemische behandeling; bij 100% katoen wordt het garen hiervoor op een speciale manier geweven (vezels kunnen aan elkaar klitten en de stof wordt nog meer luchtdoorlatend). Ideaal voor lente- of zomerkleding, voor sport- en vrijetijdskledij, zomerkostuums, jurken…

Shantung

Een geweven stof met onregelmatig gesponnen garen waardoor er, onwillekeurig verdeeld, verdikkingen (slubs) ontstaan. Vroeger werd zijde gebruikt, tegenwoordig polyester, acetaat of rayon. Enigszins ruw maar niet onaangenaam, vrij stevig, glanzend en stijf.  Wordt gebruikt voor formele dames- en herenkleding (blouses, broeken, mantels, jasjes, jurken, rokken, vesten, bruidskledij, feestelijke kostuums), maar ook voor huishoudtextiel, lampenkappen…

Skai/kunstleer

Een imitatie van leer die bestaat uit een kunststof die aangebracht is op een drager van textiel. In de kunststof wordt een tekening en structuur gedrukt die lijkt op de structuur van leer. Wordt gebruikt voor stoelen, bankstellen, handtassen, jassen en schoenen.

Suède/daim

Dit is de binnenkant/vleeszijde van een gelooide huid; door bewerking voorzien van een fluweelachtig uiterlijk (wordt ook ledervelours genoemd). Het wordt snel vuil en is moeilijk te reinigen maar wel zachter dan gewoon leer. Het wordt gebruikt om schoeisel, handtassen en kleding (jassen, rokken en broeken) van te maken.

Tafelzeil

Toile cirée. Gemaakt van vinyl (pvc) waarop een ontwerp wordt gedrukt. De achterzijde is een nonwoven (of vlies-) katoenen stof. Niet te verwarren met afwasbaar gecoat tafellinnen waarbij een (bedrukte) stof voorzien wordt van een waterdichte laag. Beiden worden niet alleen als tafelkleed gebruikt! Ook regenhoedjes, fietstassen, keukenschorten, placemats, pennenzakken, lunchtassen… zijn mogelijk.

Taft

Een gladde, glanzende, stevige stof met fijne dwarsribbels en een karakteristiek ruisend geluid. Oorspronkelijk van zijde, nu vaak van polyester (met nylon, rayon of katoen). Is vrij stijf, ideaal voor wijde rokken, bruids- of avondkleding, corsetten, stropdassen, gordijnen… Ook te gebruiken bij skikledij (zachtere en minder ruisende stof door gebruik van matte, minder stijve garens).

Tartan

Een wollen stof met ruitjespatroon, gemaakt met afwisselende stroken gekleurde draden (zowel in de schering als in de inslag, loodrecht op elkaar). De kleurenblokken herhalen zich in beide richtingen. Meer dan honderd patronen met elk hun eigen naam; oorspronkelijk gelinkt aan een regio, later aan een ‘clan’. Te gebruiken als plaid, voor jasjes èn uiteraard kilts…

Taslan/rainfall

Beide stoffen zijn duurzaam, ademend, zeer sterk, winddicht en bestaan voor 100% uit synthetische vezels. Dankzij een Teflon-coating zijn ze water- en vuilafstotend. Ideaal voor buiten, om te reizen of te sporten (regen/windjassen of -broeken, bodywarmers, werkoveralls). Rainfall is de sterkste en dus ook handig voor rug- of zwemzak, kussen, zitzak, fietstas of onverslijtbare strandtas.

Tricot/Jersey*

Een benaming voor stoffen met een typische elastische jersey-breibinding. Je kan goed zien welk de juiste kant is (V-tjes die lijnen in de lengte vormen) en welke de achterkant (ribbels in de breedte). Toevoeging van elastisch garen (lycra) zorgt ervoor dat de gebreide stof in model blijft. Ook katoenen tricot bestaat, voor kledij die moet ademen.

Tule

Tule is een halftransparante stof met een mazenweefsel, dit kan variëren van jute-achtig tot zeer fijn gaas. Het werd vroeger geklost met de hand. De functie van tule is van het lichaam afstaan. Onderrokken van tule worden bijvoorbeeld gebruikt om een rok wijd uit te laten staan.

Tweed

Een grove, wollen stof; zeer dicht geweven en hierdoor wind- en waterwerend. Meestal geweven in keperbinding met pied-de-poule-patroon of een visgraatmotief. Om de stof zacht en soepel te maken, wordt ze over een houten tafel heen en weer gewreven. Te gebruiken voor een typische tweed-jas, broeken, handschoenen, rokken, petjes en zelfs wollen hemden.

Velours de panne

Een gebreide stof met korte, in verschillende richtingen geplette pool, een onregelmatige vleug. Het is een glanzende stof met lichte stretch. Deze stof is geschikt voor hobby, decoratie, zwarte pietenpak en verkleedkleding.

Vilt

Een samenpersing van (min. 30%) wol met hazen- of konijnenhaar. Wol bevat schubben die in elkaar haken. Bij nat vilten gaan de vezels krimpen door heet water, ineen haken en zo de juiste structuur vormen. Bij naaldvilten doorprikt men de wol met een naald met weerhaken die het vilt steeds dichter maakt. Leuk voor accessoires, knutselwerk, verkleedkledij.

Voile

Voile is een licht weefsel dat vaak gemaakt is van 100% katoen. De stof is halftransparant en heeft een prachtige valling. Het kan zowel effen als bedrukt, geborduurd of gebrocheerd worden. De stof is erg soepel en geschikt voor zomerjurken en blouses en met name voor geplooide en gerimpelde modellen.

Wafeldoek

Een stof van 100% katoen met een wafelpatroon die zeer goed water opneemt. Wordt gebruikt voor theedoeken, badjassen, aankleedkussens, babydekentjes…

Zijdefluweel

(Velours chiffon) Net als bij gewoon fluweel is het een geweven stof met rechtopstaande poollussen. In dit geval is zowel de achtergrond als de pool van zuiver zijde. De stof valt soepeler dan gewoon fluweel, heeft een luxueuzere uitstraling en wordt veel gebruikt voor avondjasjes, mantels, blazers en jurken.

15 gedachtes over “Soorten stof

  1. Praktisch zo’n overzicht ! Dankjewel !
    Al weet ik niet of ik er over gekeken heb….chiffon…crèpe (verschillende soorten)…rayon…
    Dat zijn stofsoorten die ik ken van vroeger en toch af en toe tegenkom in stoffenzaken.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie